Leerkracht A
Vraag | Antwoord; 4 december | Antwoord; 28 januari |
---|---|---|
Wat is uw visie op stelonderwijs? | Het zijn waardevolle en nodige lessen, omdat ik merk dat de leerlingen er door de jaren heen steeds zwakker in worden. Dit merk ik aan hoe moeilijk ze het vinden om hun gedachten te verwoorden. Hier hebben ze dan vaak hulp bij nodig. Verder vind ik het van belang om tijdens het schrijven te focussen op de spelling, zinsopbouw, woordenschat en fantasieen. We komen te vaak niet toe aan het geven van schrijfinstructies. | De site is verhelderend geweest. Tijdens het stellen spreek je veel vaardigheden aan, namelijk werkwoordspelling, zinsopbouw, formuleren. Stellen is zinvoller dan dat ik eerst dacht, eerder nam ik het niet echt serieus. Het is belangrijk om de schrijfvaardigheid van de leerlingen te bevorderen, zodat ze zich schrifelijk kunnen uiten. Het is ook belangrijk, omdat we in een maatschappij leven waarin steeds meer schriftelijk gecommuniceerd wordt. |
Kunt u alle leerlingen ondersteunen? | Niet alle leerlingen konden ondersteund worden, sommigen zie je afhaken tijdens een schrijftaak. Het lesdoel is meestal te hoog gegrepen voor hen. | De meeste leerlingen kon ik nu ondersteunen door tijdens de instructie in te gaan op hoe je een stelopdracht aanpakt en hierbij geef ik critiria die in de tekst moeten komen. Ik merk dat de leerlingen dit als ondersteunend ervaren, maar dit was nog niet voldoende voor alle leerlingen. |
Hoe hoog is de drempel om een schrijfles te geven (schaal van 1 tot 10), en waarom? | 7, omdat ik de meerwaarde niet inzie van het werken aan de hand van Snappet. De opdrachten zijn meestal niet leuk. Naast Snappet heb ik geen handvatten om een schrijfinstructie te geven. | 2, omdat ik nu weet hoe ik de instructie moet aanpakken en ik snap wat het belang is van een goede schrijfinstructie. |
Welke vuistregels hanteert u? | Goede opbouw benoemen. Attenderen dat er een inleiding, kern en slot in de tekst moet zitten. Nadruk leggen op zinsopbouw en grammatica. Helpen met het inzetten van een variërende woordenschat, zodat je niet en toen, en toen, en toen krijgt. Verder bespreken we de inhoud van een tekst. | Goed na laten denken over de titel, kopjes et cetera. Ik gebruik nieuwsbegrip onderwerpen om mijn teksten aan te laten sluiten op de leefwereld. De lay-out van een tekst bespreken. Ik geef de leerlingen een duidelijke afgebakende schrijfopdracht mee. |
Hoe heeft u uw laatste schrijfles voorbereid en welke leerkrachtvaardigheden zette u in? | Aan de hand van de boeken van de oude taalmethode, omdat die een goede ondersteuning bieden voor de leerlingen. Differentiatie vindt plaats door het inzetten van verschillende tekstsoorten. Verder zet ik goede voorbeeldteksten in en bespreek ik die. | De actualiteit betrekken bij het onderwerp van de tekst. De leerlingen kregen de kans om samen te schrijven. Ik heb sterke en zwakke schrijvers gekoppeld, zodat ze van elkaar kunnen leren en feedback kunnen geven. |
Hoe controleert u of het lesdoel is behaald en welke feedback geeft u? | Kinderen naar elkaars verhaal laten luisteren en vervolgens ingaan op of de tekst het doel van de les behaald heeft. De feedback die ik geef sluit aan op het doel dat ik heb opgesteld voor de les. | Door de punten af te gaan die ik benoemd heb tijdens de instructie. Verder lees ik de teksten na en bespreek ik deze met de leerlingen. Ik vertel dan wat goed is en wat nog verbeterd kan worden. Sommige teksten bespreek ik klassikaal en dan laat ik de leerlingen feedback geven op elkaars teksten. |
Werken de leerlingen aan alle fasen van het schrijfproces? | Nee, die ken ik niet. | Nee, die ken ik niet dus doen de leerlingen ook niet. |
Hoe heeft het ondersteunend materiaal geholpen bij het geven van de les? | Niet, de methode bevat geen leuke opdrachten, waardoor de leerlingen gedemotiveerd raken. Verder zitten er grote verschillen in niveau, waarover in de handleiding niks beschreven staat. | Het heeft een grote rol gespeeld, doordat de site me tools aanbood die ik direct kon inzetten. Verder heeft het me aan het denken gezet en ben ik me verder gaan verdiepen in stelonderwijs. Ik mezelf eerder al kunnen verdiepen in stelonderwijs, maar heb dit nooit eerder gedaan. |
*Hoe merkt verschil in het geven van lessen ten aanzien van voor het gebruik van de didactiek? | Groot verschil; ik merk dat de kwaliteit van de teksten verbeterd is en ik heb het gevoel dat ik een betere instructie sta te geven. |
*= een vraag toegevoegd na de voormeting.
Leerkracht B
Vraag | Antwoord; 4 december | Antwoord; 28 januari |
---|---|---|
Wat is uw visie op stelonderwijs? | Het is belangrijk dat de leerlingen creatief leren schrijven, zodat schrijven niet alleen een middel is om te communiceren maar ook een middel om je te uiten. Ik vind het belangrijk dat de leerlingen hun fantasie, gevoelens en meningen via geschreven woord over kunnen brengen. | De leerlingen moeten leren om creatief met taalonderwijs om te gaan. Ze moeten leren om leestekens, hun woordenschat en contexten creatief te verwerken in hun teksten. Dit moet gestimuleerd worden. |
Hoe hoog is de drempel om een schrijfles te geven (schaal van 1 tot 10), en waarom? | 6, ik kan snel informatie verzamelen over de tekstsoort en dit overbrengen op de leerlingen. Het geven van feedback kost me veel tijd, waardoor ik minder zin krijg in het geven van een schrijfinstructie. | 5, het voorbereiden van een les buiten een methode om kost me veel tijd. De site helpt me om op ideeën te komen en het geeft me informatie over hoe ik de les het beste kan aanpakken. Dit helpt me om effectiever te werken. De drempel is verlaagd, doordat ik nu meer houvast heb. Het lezen van de teksten en feedback geven kost me nog altijd veel tijd, waardoor ik nog een grote drempel ervaar om een schrijfles te geven. |
Kon u alle leerlingen ondersteunen tijdens de schrijfles? | Ik heb niet het idee dat er leerlingen zijn die afhaken tijdens het uitvoeren van de schrijftaak. Ik stel namelijk niet voor iedereen dezelfde eisen op. Sommige leerlingen hebben individuele aandacht nodig om vooruit te komen tijdens het schrijven van de tekst, maar dit geef ik hen ook. | Alle leerlingen zijn geholpen, doordat ik in de instructie verwerk hoe ze hun tekst aan moeten sluiten op een publiek en ik laat op het digibord de kenmerken van een tekstsoort zien. |
Welke vuistregels hanteert u? | Ik behandel altijd hoe je een tekstsoort opbouwt en hoe je een tekstsoort kunt herkennen. | Ik behandel wat de inhoud van een tekst moet zijn en welke kenmerken hierbij horen. De voorkennis haal ik op door middel van een 'braindump' en hier koppel ik de orientatiefase aan. Verder bespreek ik hoe je een tekst afstemt op een publiek en wat hierbij van belang is. |
Hoe heeft u uw laatste schrijfles voorbereid en welke leerkrachtvaardigheden zette u in? | Ik verdiep me in de kenmerken die bij een tekst horen en deze breng ik over op de leerlingen. hierbij gebruik ik voorbeelden. Verder bespreek ik tijdens de instructie wat er bij het schrijven van een tekst van ze wordt verwacht. | Ik model klassikaal hoe je een tekstsoort moet aanpakken en welke criteria hierbij horen. Ik laat met voorbeelden zien hoe je je tekst afstemt op het publiek. Verder geef ik feedback aan de hand van de feedbackvragen op de site. |
Hoe controleert u of het lesdoel is behaald en welke feedback geeft u? | Door de verhalen achteraf door te lezen. Dan let ik op of er een inleiding, kern en slot in zit. De differentiatie zit hem dan in de verwachtingen die ik heb bij bepaalde leerlingen. Van een zwakke schrijver verwacht ik een kwalitatief lagere tekst. De feedback ligt dan voornamelijk op de basisaspecten en met hen ga ik in gesprek over hoe ze hebben nagedacht over de tekst. De andere leerlingen krijgen feedback op taalgebruik, zinsopbouw, spelling en gebruik van leestekens. | Na de les lees ik de teksten en ga ik na of de leerlingen het doel bereikt hebben. Wanneer ze het doel behaald hebben vul ik de feedback aan met feedback over andere aspecten van de tekst. Bij de zwakkere leerlingen blijf ik bij het doel van de les. |
Werken de leerlingen aan alle fasen van het schrijfproces? | Nee, deze stappen zijn onbekend bij mij. | Ik laat de leerlingen orienteren, schrijven en de teksten verzorgen en herschrijven. Niet alle leerlingen komen toe aan alle fasen. |
Hoe heeft het ondersteunend materiaal geholpen bij het geven van de les? | De methode helpt me om de kernmerken van een tekstsoort in beeld te krijgen en ik haal er voorbeelden uit. Verder helpt de methode me niet, omdat er geen handleiding bij zit. | De site heeft me kapstokken geboden. Ik weet nu hoe ik een schrijfinstructie los van de methode kan geven, terwijl ik wel werk aan de kerndoelen. |
*Hoe merkt verschil in het geven van lessen ten aanzien van voor het gebruik van de didactiek? | Ik heb nu het idee dat ik een handleiding bij de les heb. Ik ben stil gaan staan bij waarom en hoe ik de les geef en wat de gedachte erachter is. De site biedt me een houvast bij het voorbereiden van de lessen. Ik ben me er nu bewust van waarom ik iets uitleg en wat ik moet doen tijdens een schrijfinstructie en de verwerking. |
*= een vraag toegevoegd na de voormeting.
Leerkracht C
Vraag | Antwoord; 4 december | Antwoord; 28 januari |
---|---|---|
Wat is uw visie op stelonderwijs? | Het is een belangrijk, maar ondebelicht aspect van het taalonderwijs. Het is belangrijk omdat er tegenwoordig veel communicatie schriftelijk plaatsvindt. | Het is een erg belangrijk, maar onderbelicht aspect van het taalonderwijs. Het is onderbelicht doordat het geven van uitleg over schrijven lastig is en de verschillen in niveau zo groot zijn. Het is belangrijk omdat de leelringen moeten leren om zich in verschillende contexten schriftelijk te kunnen uiten. Dit wordt steeds meer en meer verwacht in de huidige maatschappij. |
Hoe hoog is de drempel om een schrijfles te geven (schaal van 1 tot 10), en waarom? | 6, het voorbereiden kost me niet veel tijd, maar het nakijken van alle teksten wel. Hierdoor is de drempel zo hoog. | 7, voor het geven van een schrijfinstructie ligt de drempel niet hoog, maar om een goede instructie te geven wel. Het voorbereiden van een goede instructie kost tijd en vervolgens moeten alle teksten nagelezen worden. Dit kost het meeste tijd. Hierdoor is de drempel zo hoog. |
Kon u alle leerlingen ondersteunen tijdens de schrijfles? | Nee, tijdens het bekijken van het werk van de leerlingen zie ik in dat de leerlingen eerder feedback hadden moeten krijgen. Dit geldt niet voor iedere leerling natuurlijk. Verder ondersteun ik door te differentiëren. Dit doe ik door kritischer te kijken naar de teksten van sterke schrijvers. | Met de instructie kon ik de leerlingen ondersteunen. Dit merkte ik doordat iedere leerling de criteria had verwerkt in zijn tekst. Iedere leerling had dus baat bij de critiria die waren opgesteld, omdat ze hieraan houvast hadden tijdens het schrijven. |
Welke vuistregels hanteert u? | Ik bespreek de tekstsoort altijd en aan welke kenmerken deze moet voldoen. Ik besteed aandacht aan foutloos taalgebruik en zinsopbouw. | Het publiek waarvoor de tekst geschreven wordt, wordt besproken. Ik benadruk dan hoe ze hun tekst afstemmen op het publiek. De opbouw en structuur van de tekst neem ik ook mee in de instructie. Ik zet iedere les criteria in waaraan de tekst van de leerlingen moet voldoen. |
Hoe heeft u uw laatste schrijfles voorbereid en welke leerkrachtvaardigheden zette u in? | De laatste schrijfinstructie die ik heb gegeven is al een aantal weken geleden. De lessen waarin een tekst werd geschreven stonden in het teken van een ander vakgebied. De methode zet ik niet in. Bij het voorbereiden zorg ik ervoor dat ik een relevant onderwerp kies dat aansluit op de leefwereld van de leerlingen. Hiermee wil ik de leerlingen motiveren. | Ik bedenk wat ik in de uitleg voorbij laat komen. Ik model hoe je het schrijven van een tekst aanpakt aan de hand van de opgestelde criteria. Daarbij laat ik ook een aantal voorbeeldteksten zien en bespreek ik deze. Ik motiveer de leerlingen door een relevant onderwerp te kiezen en door een aantal teksten daadwerkelijk te publiceren. |
Hoe controleert u of het lesdoel is behaald en welke feedback geeft u? | Ik lees de teksten en bespreek het werk. De fouten die het meeste voorkomen in de teksten haal ik eruit en hier besteed ik extra aandacht aan. | Ik lees alle teksten na. Naar aanleiding van wat ik heb gelezen bepaal ik of ik tevreden ben met het resultaat van de leerling. Het nakijken doe ik aan de hand van het doel. De feedback is gericht op de stof die in de instructie behandeld is. |
Werken de leerlingen aan alle fasen van het schrijfproces? | Nee, ik weet niet wat de fasen zijn. | Niet vaak genoeg. Het herschrijven van de tekst wordt zelden gedaan. |
Hoe heeft het ondersteunend materiaal geholpen bij het geven van de les? | Niet | Het gaf me handvatten om met bepaalde tekstsoorten te werken. Verder heb ik kennis opgedaan over schrijfonderwijs en dit zet ik nu in bij mijn lessen. |
*Hoe merkt verschil in het geven van lessen ten aanzien van voor het gebruik van de didactiek? | Voor het inzetten van deze site improviseerde ik de instructies vaak. Nu bedenk ik aan welke tekstsoort we gaan werken en hoe we dat moeten aanpakken. De site maakt het makkelijk om informatie te vinden over stelonderwijs, hierdoor zet ik het sneller in. |
Maak jouw eigen website met JouwWeb