Product Groep 1/2 Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8 Niveau 1F Niveau 1S/2F
Afstemming op publiek Leerlingen ervaren reacties van leraar, klasgenoten en ouders op hun teksten. Leerlingen passen hun teksten aan naar aanleiding van vragen en suggesties van klasgenoten en leraar. Leerlingen houden rekening met het verschil tussen bekende en onbekende lezers van hun tekst en leren hun stijl daaraan aan te passen. Gebruikt basisconventies bij formele brief: Geachte/beste en Hoogachtend/Met vriendelijke groet. Hanteert verschil informeel/formeel Kan eigen ideeen, ervaringen, gebeurtenissen en fantasieeen opschrijven in een verhaal, in een informatieve tekst of in een gedicht Past het woordgebruik en toon aan het publiek aan.
Afstemming op doel Leerlingen zien dat geschreven taal communicatieve doelen heeft. Ze schrijven tekst met als doel om gedachten onder woorden te brengen. Leerlingen maken kenis met verschillende doelen voor schijven (nauwkeurig beschrijven van ervaringen, gevoelens uitdrukken, verhalen vertellen, instructies geven) en doen ervaring op met het bereiken van die doelen. Leerlingen breiden hun kennis van verschillende schrijfdoelen verderuit (geven van meningen, argumenten, standpunten, reclame maken) en doen ook ervaring op met het bereiken van deze doelen. Leerlingen leren zelfkritisch te kijken naar de wijze waarop ze schrijfdoelen proberen te bereiken. Ze letten erop dat een tekst niet minder maar ook niet meer moet bevatten dan het doel vereist. Kan in teksten met een eenvoudige lineaire structuur trouw blijven aan het doel van het schrijfproduct.

Bron:

Van Gelderen, A. (juni, 2010). Leerstoflijnen schrijven beschreven. Geraadpleegd op 4 januari, van
http://taalunieversum.org/sites/tuv/files/downloads/slo_leerstoflijnen_schrijven_beschreven_2010.pdf