Differentiatie

Het doel van een instructie is dat je leerlingen op een zelfstandige manier opdrachten kunnen uitvoeren. Leerlingen die nog geen expertise in een kennisdomein hebben, zijn gebaat bij een goede begeleiding. Leren gebeurt door de interactie tussen een expert en een beginner. De beginner gebruikt de expert als voorbeeld en de expert reikt de beginner de hand om hem een stap verder te helpen. De expert voorziet de beginner van scaffolds. Dit zijn de tijdelijke ondersteuningen die de expert de beginner biedt om hem te helpen met moeilijke opdrachten. Zonder deze steun zou de leerlingen (beginner) het niet alleen kunnen. Je biedt geleidelijk steeds minder ondersteuning naarmate de leerling bekwamer wordt. Leerlingen die blijvend moeilijkheden ondervinden verdienen blijvende ondersteuning. Vormen van scaffolds zijn:
- Extra uitleg aan de leerlingen die het niet begrijpen
- Rondwandelen in de klas en monitoren of de leerlingen het goed begrepen hebben
- Over de schouder van de leerling meekijken en suggesties doen voor verbetering
- Checklist geven met daarop de criteria voor de opdracht
- Aandacht vestigen op veel voorkomende fouten
Het is belangrijk dat de ondersteuning van de leraar vermindert. Verder moet de verantwoordelijk geleidelijk overgedragen wordt aan de leerling (Surma, 2019).

 

Wanneer je schrijft over een bepaald onderwerp heb je daar heel wat kennis over nodig, maar alleen voldoende kennis is niet genoeg, want je moet de tekst onder andere nog goed afstemmen op het publiek. Daarom is schrijven een complexe taalactiviteit, waarbij het kortetermijngeheugen hard werkt. Je moet ook strategische kennis in het langetermijngeheugen paraat hebben. De ene leerling kan deze cognitieve belasting van het werkgeheugen beter aan dan de andere. Dit is de reden dat er met name in de bovenbouw de verschillen tussen goede schrijvers en minder goede schrijvers groter worden. Onderzoek heeft bewezen welk schrijfgedrag en welke schrijf strategieën goede en ervaren schrijvers hanteren. Deze schrijvers voeren allereerst de volgende stappen uit:
- Ze plannen het schrijfproces
- Ze bepalen hun schrijfdoel
- Ze denken na over wat voor soort tekst het moet worden
- Ze bedenken voor wie ze willen schrijven en hoe ze daarmee rekening moeten houden.
Daarom dat ik deze aspecten terug laat komen in de instructie.
Tijdens het schrijven monitoren goede schrijver het schrijfproces:
- Ze herlezen stukken tekst tussendoor
- Ze overleggen met anderen, waardoor ze op nieuwe ideeën worden gebracht
Deze schrijfstappen zijn vergelijkbaar met de fasen van begrijpend lezen, waarbij het kortetermijngeheugen en het langetermijngeheugen continu betrokken zijn (Paus, 2018).

Leerlingen die moeite hebben met schrijven kunnen geholpen worden met de volgende maatregelen:
- Modelen; de leerkracht laat zien wat hij in elke schrijffase doet. Hardop verwoorden ondersteunt de leerlingen
- Samen schrijven met sterke schrijvers. De sterke schrijver legt bijvoorbeeld uit hoe hij op ideeen komt en probeert uit te leggen hoe hij formuleert en hoe hij de revisiefase aanpakt
- Verlengde instructie; voor sommige leerlingen is het behulpzaam als de schrijfopdracht opnieuw uitgelegd wordt, maar dan in andere woorden
- Feedback op maat; omdat zwakkere schrijvers moeite hebben met het reviseren van hun teksten, kan de leerkracht ze hierop feedback geven tijdens deze schrijffase. 
- Voorbeelden; de leerkracht kan zwakke schrijvers helpen door het inzetten van goede voorbeeldteksten, zodat hij weet wat deze teksten zo goed maakt (Paus, 2018).

Sterke schrijvers hebben uiteraard aandacht nodig. Hun schrijfmotivatie kun je verhogen door:
- Uitdagende teksten te schrijven over 'lastigere' onderwerpen
- Pittige opdrachten en hier een specifiek schrijfdoel aan koppelen
- Meer inbreng hebben bij het verzinnen en uitwerken van schrijftaken
- Teksten schrijven die werkelijk gepubliceerd kunnen worden (Paus, 2018).

 

 

Bronnenlijst:


Paus, H., Van Den Brand, A., Bacchini, S., Dekkers, R., Hofstde, D., Markesteijn, C., Meijer, H. & Pullens, T. (2018). Portaal; Praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs (5e druk). Bussum, Nederland: Uitgeverij Coutinho. 

Surma, T., Vanhoyweghen, K., Sluijsmans, D., Camp, G., Muijs, D. & Kirschner P. (2019). Wijze lessen; Twaalfbouwstenen voor effectieve didactiek. Ten Brink Uitgevers. Geraadpleegd op 10 december, van 
https://www.ou.nl/documents/846784/0/Wijze_Lessen_digitaal_160919.pdf/53ce9ca8-c213-ebc6-d674-ac24f78596ef