Voorkennis ophalen
Wat een leerling al weet, bepaalt wat en hoe snel die leert. In een klas is het van belang om de voorkennis op te halen, omdat geen enkele klas een homogene groep vormt. Je leerlingen hebben verschillende niveaus van voorkennis, intellectuele vaardigheden en overtuigingen en houdingen tegenover de verschillende vakken, zo ook taal. Door het ophalen van voorkennis ga je na wat het niveau van de leerlingen is. Volgens onderzoek is voorkennis een van de meest invloedrijke factoren in het leren van leerlingen. De hoeveelheid voorkennis die een leerling met zich meedraagt mag niet onderschat worden, maar ook niet overschat. Niet alles wat vorig jaar behandeld is beklijft en ook niet alles wat de leerlingen weten is op school behandeld. Zoals ieder mens, vergeten ook leerlingen stof die ze geleerd hebben. Om dit te voorkomen zijn herhalingsmomenten noodzakelijk. De kwaliteit van de voorkennis speelt ook een rol bij de kwaliteit van leren. Misconcepties verstoren namelijk de verwerving van nieuwe informatie en de opslag hiervan. Misconcepties moeten dus behandeld worden, voordat de stof aangeboden wordt. Dit doe je simpelweg door de misconceptie te weerleggen. Het ophalen van voorkennis en controleren op kwaliteit is dus van groot belang (Surma, 2019).
Betekenisvol leren is het koppelen van nieuwe informatie aan kennis waarover de leerling reeds beschikt; dit maakt de nieuwe informatie betekenisvol voor de leerlingen. Door bewerking van informatie bouwt de leerling zijn eigen subjectief gekleurde kennisbestand op. Hiermee wordt het opdoen van inerte kennis voorkomen. Betekenis is geen objectief gegeven, maar wordt door de leerlingen gedurende het leerproces zelf aan informatie gegeven. Om betekenisvol leren te bereiken speelt de leeromgeving een belangrijke rol. De leeromgeving draagt bij aan betekenisvol leren, als:
- Het werkelijkheidsnabij is, zodat de leerling een relatie met de werkelijkheid of gebruikscontext kan leggen.
- Er variatie is in de wijze waarop de leerlingen informatie verkrijgen.
- De leerlingen uitgenodigd wordt om actief te zijn.
- Er voor de leerling wat te kiezen valt.
- Er voor de leerlingen ruimte is om volgens hun eigen leerstijl en leerbehoeften aan het werk te gaan.
- De leerlingen zelf initiatieven kunnen nemen en met voorstellen kunnen komen.
- Er wat te experimenteren en te ontdekken valt (Van Der Veen, 2016).
In mijn didactiek zullen ankerbegrippen verwerkt worden, hierdoor wordt informatie door elaboratie als nieuwe kennis in het correcte kennisdomein in de cognitieve structuur geïntegreerd. Aan de top van de cognitieve structuur bevinden zich de meeste algemene begrippen en stabiele begrippen en aan de basis bevinden zich de meest specifieke begrippen. Door integratie van kennis ontstaat er een nieuwe kennisstructuur. Betekenisvol leren is pas mogelijk als de leerling bezit over een goed geordende cognitieve structuur. Aan de bestaande begrippen, regels en principes wordt de nieuwe kennis gekoppeld. Als de bestaande cognitieve structuur ongeschikt is, zal de leraar een leerstructuur moeten scheppen. Zo een leerstructuur kan organizers bevatten; zo een organizer helpt de leerling om nieuwgevormde kennis te integreren in het kennisbestand dat hij al bezit over het onderwerp. Deze organizers zouden ontwikkeld moeten worden in vormen die voor de leerling herkenbaar zijn, zoals een schema, afbeelding, metafoor, samenvatting, inhoudsopgave of een begrippenstructuur. Dit zal fungeren als een retrieval cue. Door de aanwezige cognitieve structuur aan te vullen kan er een nieuwe structuur ontstaan waarin de nieuwe kennis gemakkelijker is om op te nemen. Hiervoor kan de grafische organizer ingezet worden. Dit is een schema waarin de samenhang tussen een aantal- kern of sleutelbegrippen visueel wordt weergegeven. Hierdoor wordt in een oogopslag de essentie van de nieuwe stof duidelijk (Van Der Veen, 2016)
Iedere les wordt dus gestart met het ophalen van de voorkennis a.d.h.v. actieve werkvormen, zoals: het geven van een kleine quiz, eerder geleerde begrippen herhalen of werkwijzen herhalen. Je achterhaalt wat de leerling al weet over het onderwerp (Surma, 2019).
Bronnen:
Surma, T., Vanhoyweghen, K., Sluijsmans, D., Camp, G., Muijs, D., & Kirschner, P. A. (2019). Wijze lessen:
twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek. (1 redactie) Ten Brink Uitgevers. https://www.ou.nl/web/wijzelessen
Van der Veen, T., & Van der Wal, J. (2016). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. (6de editie). Noordhoff.
Maak jouw eigen website met JouwWeb