Actief verwerken

Fase drie is de eerste tekst schrijven. Voorafgaand aan deze fase hebben de leerlingen de nodige informatie verzameld en de leerlingen kunnen nu dus aan de slag. Een leeg scherm of papier kan eng zijn; deze leerlingen kunnen geholpen worden door samen met de leraar de eerste zin te formuleren. Verder kan de leerkracht helpen door samen met de leerling mondeling te verwoorden wat hij wil schrijven. Dit kan ook door de leerlingen elkaar te laten helpen (Paus, 2018).

De vierde fase is bespreken en herschrijven. Schrijven is een kwestie van herlezen en schaven. Leerlingen moeten leren dat dit erbij hoort en een tekst nooit in een keer goed zal zijn. Bij het herlezen gaat de leerling na of de tekst aansluit op wat er in fase 2 is opgezet. Dit kan door vragen te stellen aan de leerling, bijvoorbeeld 'zou je opa de tekst begrijpen?' Deze feedback kunnen de leerlingen ook aan elkaar geven. Het is van belang dat de leerlingen met respect naar elkaar teksten kijken. Wanneer een leerling op enorm veel nieuwe ideeën komt kan hij ook een hele nieuwe tekst schrijven. In deze fase van schrijven zie je het recursieve karakter terug van een schrijfproces (Paus, 2018).

De laatste fase is reviseren, verzorgen en publiceren. Tijdens deze fase zet de leerling de puntjes op de i. Ze controleren of de zinnen goed geformuleerd zijn, of de spelling correct is, of de punten en komma's op de goede plekken staan en of de lay-out goed is. Dan volgt het publiceren van de tekst. Dit is het moment dat de leerling ervaart dat de tekst functioneel is. De leerkracht legt de nadruk op het begeleiden (Paus, 2018). 

 

 

Bronnenlijst:


Paus, H., Van Den Brand, A., Bacchini, S., Dekkers, R., Hofstde, D., Markesteijn, C., Meijer, H. & Pullens, T. (2018). Portaal; Praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs (5e druk). Bussum, Nederland: Uitgeverij Coutinho.